Straatnaam vernoemd naar tante Jo

October 16, 2022 - 10 min leestijd

Op 17 oktober 2022 is in Barneveld, in het verzetskwartier een straatnaam vernoemd naar tante Jo, Johanna van der Woerd - Moll. Zij heeft in de oorlog een belangrijke rol gespeeld bij de hulp aan Alex en zijn vader Jules Kan. In dit blog besteed ik aandacht aan de documenten die haar heldhaftig verzet tegen de Duitsers illustreren. Alex F. Kan

Uit het boek "Dichter van de droge naald" van Rineke van Houten over het leven van Frank Lodeizen.

...... Middelpunt van het verzetswerk in Barneveld en omstreken was het huis van Jo van der Woerd, een kranige weduwe die de kettingkastenfabriek van haar vroegtijdig overleden man leidde. De witgepleisterde villa aan het spoor was een ontmoetingsplaats voor mensen uit het verzet.
Jo maakte slaapkamers klaar voor onderduikers en liet in de villa en de fabriek geheime bergplaatsen inrichten voor wapens, communicatieapparatuur en onderduikers. In de kruipruimte, in de loopkast achter een berg stropdassen, in het dressoir: geen mogelijkheid bleef onbenut. De fietstassen uit de fabriek, gemaakt van hetzelfde lakdoek waarmee de kettingkasten werden gemaakt, kregen geheime vakken voor wapens, bonkaarten, geld en briefjes.

Debora kwam vaak in ‘De Ketting’, zoals het huis werd genoemd, en was bevriend geraakt met Jo. Ze hielp mee in het huishouden, streek het gewassen goed, naaide en verstelde kleren, lachte mee om de grappen van de bezoekers. Haar hulp was welkom, maar vooral bedoeld om haar betrokkenheid bij de illegale activiteiten te maskeren. Deze keer had ze een verdrietige aanleiding om Jo op te zoeken. Er was bericht gekomen uit Amsterdam dat hun goede vriend Jules was opgepakt, de vader van Alex. Ze was er kapot van en wilde het Jo vertellen. .....

.... Ze klopte vluchtig op de deur en stapte zonder een reactie af te wachten naar binnen. Jo luisterde verbaasd naar haar verhaal over Jules Kan en zijn familie, en verdween na het laatste woord zonder iets te zeggen naar boven. Toen ze even later de trap weer afkwam wenkte ze Debora met haar mee te komen, naar boven.

Daar, in een van de kamers op de rand van het bed, zat Jules. Vermagerd en bleek, maar onmiskenbaar haar vriend uit Amsterdam. Ze omhelsden elkaar, Debora liet haar tranen gaan en voelde de spanning uit haar lichaam verdwijnen.
Jules vertelde dat zijn gezin veilig was en hoe Jo hem een paar maanden eerder in Amsterdam had gebeld. Ze kenden elkaar zakelijk en Jo wist dat hij joods was en met zijn gezin vroeg of laat gevaar zou lopen. In bedekte termen had ze hem aangeboden naar Barneveld te komen. En zo was het gegaan. Op een dag was hij komen aanlopen met alleen een aktetas in de hand.
‘Meneer Kan!’ had Jo uitgeroepen nadat hij had aangeklopt en zij de deur had geopend. ‘Pardon,’ had Jules geantwoord. ‘Meneer Kan is overleden. Ik ben Graddes Hondeveld.’ Hij kreeg een kamertje op zolder en iedereen noemde hem Gart. De enige keren dat hij buiten kwam was ’s avonds, als het donker was, en altijd in gezelschap van Jo, die een mannenpet opzette. Dat hij en Debora vrienden waren, had Jo nooit geweten. Jules vertelde dat zijn vrouw was ondergedoken op een adres in het Gooi. ‘En Alex?’ wilde Debora weten. ........

Hoe verder?

Uit de brieven die Jules ontving tijdens zijn onderduik en die hij goed heeft bewaard, komt het verhaal van het leven van Alex in deze periode gedeeltelijk naar voren.
Na het overlijden van mijn ouders heb ik de brieven gevonden en ik publiceer ze hier om de lezer als het ware een ooggetuige verslag te geven.

24 september 1942
24 september 1942

Beste Gart,
B. is weer naar A’dam geweest. Maartje had bonnen en wat veel voornamer is een briefje voor Lex van z’n Moeder.
Een bijzonder goed en vertrouwd iemand (een uniform beambte) had het doorgegeven. Nu had ik je dit briefje graag eerst laten lezen maar dan duurt het zoolang voordat het bij Lex is. Nu zal ik het woordelijk overschrijven.

Lieve Lex
Je zult wel blij zijn iets van me te hooren.
Ik maak het goed en houd steeds goeden moed, opdat we elkaar gezond weer zullen zien! Doe jij daar ook maar je best voor hoor! Ik zend je hierbij de trui die ik deze weken heb afgebreid, dat was een goed tijd verdrijf. Draag hem maar vaak als het koud weer wordt. Verder lees ik veel en maak kruiswoord puzzles en los raadsels op. Ik spel de krant van a-z.
Jij bent zeker weer druk met de voetbal uitslagen. Is er ook muziek te hooren waar jij bent? Hier wel af en toe. Je kunt je zeker wel bezig houden, ga maar niet te veel op straat. Als je de “Doe Mee” kunt koopen staan daar ook leuke knutsel werkjes in, is ’t niet?
Ik eindig nu maar en zal probeeren nog eens te schrijven. In gedachten een stevige pakkert en een extra zoen voor 3 october, ook voor Vader als je die schrijft Ik wensch Jullie het allerbeste. Vele lieve groeten
van Moeder

Gart je bent zeker wel blij met dit levens teeken en dat Jo in het nieuwe pension kennis gemaakt heeft met een goed Ned.
Lex had in begin deze week een briefje gestuurd voor z’n Moeder voor 3 Oct. ik had het bewaard en ik dacht ik zal het later aan jou geven. Nu stuur ik het direct door aan Maartje in de hoop dat zij eens de gelegenheid heeft om het door te geven.
Er is een wollen deken van Pondok gekomen. Ik ga er nu even heen om de brief en de heerlijke roode wollen trui door te geven. Gart je hebt zeker nu wel wat meer moed gekregen. Mevr L. heeft misschien iets gevonden voor Lex, maar daar hoor je natuurlijk snel van als dat doorgaat.
Nu Gart van ganscher harte het beste
En sterkte gewenscht van ons allen
je tante Jo

Image

De verjaardag van Alex' moeder, Ella Kan - de Haas was op 3 oktober.
"Pondok" was de naam van het buitenhuisje van de familie van der Woerd, waar Deborah en haar gezin verbleven. Daar kwam Alex ook aan nadat hij uit een onderduikadres was weggestuurd.
Daar besluit Deborah, door haar naasten "Bob" genoemd, dat Alex als schuilnaam de naam, en het persoonsbewijs, van haar zoon Frank zal krijgen. Zij meent dat hij daarmee veilig is omdat haar zoon half-joods is en daarmee minder risico loopt.

Image
Image

Beste Gart,
Vandaag werd mij een briefje van Frank bezorgd, ik hoop dat ik het gauw door kan geven. Je had gisteren zeker wel een fijne avond, ik vond het toch zo heerlijk voor je om eens een bekend gezicht te zien. We hebben ’s avonds nog een poos nagepraat Het is een lieve dame, ik vond het erg prettig om met haar kennis te maken, ik hoop haar nog eens weer te zien.
Wij krijgen hier een Katwijksche familie. De Veluwe wordt overstroom; het lijkt me verschrikkelijk voor de menschen die weg moeten, maar misschien is het voor anderen weer fijn ik denk dat het op de Veluwe een grote war boel wordt.
Ik ben een paar dagen naar Katwijk geweest, daar is het een groote rommel. Er wordt langs de kust (voor Katwijk een muur gebouwd van 3 meter dik en 4 meter hoog. Als je dat alles ziet dan krijg je wel den indruk dat er iets gaat gebeuren.
Hartelijk hoop ik dat het goed met je is en dat het met Jo ook goed mag gaan. Ik moet je hartelijke groeten van den kantoorman en van Jansje Hendriksen en natuurlijk ook van ons allen gegroet en een stevige handdruk van je tante Jo

Beste Gart, ik heb dit briefje zaterdag geschreven, maar kon het tot mijn spijt niet doorgeven. Het is nu Maandagmiddag, misschien is er morgen
gelegenheid. Eén van de kinderen gaat van de week naar A’dam, om Maartje te bezoeken en te zien wat die mee te geven heeft. Wij sturen haar onze aardappelenbonnen, dus doe jij dat maar niet meer, want ze zijn soms verloopen voordat ze hier zijn.
Wat een heerlijk weer vandaag, je krijgt er nieuwen moed door; als het maar niet te lang duurt, komt alles nog goed geloof ik. ‘k Heb gehoord dat Jo zich geweldig flink houdt.
B. ligt met griep te bed, maar ik geloof niet dat het erg is, hij eet tenminste goed.
Weet je dat alle wasscherijen doorzocht moeten worden?
Ze zoeken naar het tweede frontje van Churchill. Of heb ik je dat al verteld?
Leuk hè? Maar nu een verhaaltje dat echt gebeurd is aan het strand.
Er was een D. officier aan ’t schieten op meeuwen die op het strand zaten. Hij schoot er zeker over heen hij de meeuwen niet eens opvlogen. Een Katwijker lachte erom. De officier vroeg of hij het eens wilde probeeren. De man zei: dan moet je ze eerst opjagen, dan zal ik er een in de vlucht schieten. De D. vond dat ongelooflijk en wedde om een pakje shag, toen liet hij door een soldaat de meeuwen op jagen en de Katwijker legde aan en pafte er één neer. Dat is geluk, zei de officier, de K. zei dan nog één. Toen moest een soldaat een flesch aan ’t strand zetten, daar moest de hals af, ook dat gelukte. De D. was stik beduusd. De K. zei: zoo schieten alle Hollanders en als wij nu jullie materiaal gehad hadden dan was er niet één D. in ons land gekomen. Het was één van de eerste Katwijksche scherpschutters maar dat vertelde hij niet.
Hierbij een foto van ons geliefde Prinselijk Paar. Is dit niet iets voor je hospita?
Je mag er mee doen wat je wilt. Nu Gart nog maals hartel. gr
je tante Jo

Image
Image
Image

Barneveld 12 Juni ‘44
Beste Gart,
Ontvang nog mijn hartelijke dank voor je gelukwenschen met onze verjaardagen. Nu ben jij gauw aan de beurt. Ik ben nog wel iets te vroeg met schrijven maar ik dacht ik zal maar niet langer wachten, alles is zoo onzeker en elken dag kan er iets bijzonders zijn.
Gart dus eerst hartelijk gelukgewenscht met je verjaardag, ik hoop dat je ondanks alles toch een goede dag moogt hebben. Er zal wel veel door je gedachten gaan, er zijn zooveel droevige herinneringen aan verbonden. We hopen innig dat je je verjaardag eens in gelukkiger tijd moogt vieren in de familiekring.
‘k Had je graag Donderdag opgezocht het was m’n plan geweest maar er zal nu wel niet van komen, het verkeer is zoo in de war, de bussen loopen niet meer. ‘k Had nog idee om het gedeeltelijk met de fiets te doen maar ze raden het me hier af. Dus Gart zeer waarschijnlijk zal er wel niet van komen.
Je bent zeker wel blij over de laatste gebeurtenissen. Wij reusachtig. Eindelijk is er een begin. ’t Was een groote vreugde Dinsdag morgen. Het ontroerde me toen ik een bekende stem hoorde. We zullen zeer waarschijnlijk nog wel zware dagen krijgen. Maar het gaat gelukkig uitstekend.
‘k Ben een poosje uit logeeren geweest ongeveer 6 weken, ik ben goed uitgerust en ik zal het nu maar weer eens thuis proberen.

Op het oogenblik heb ik een echtpaar te logeeren, de mijnheer draagt een ster, hij is v.l. jaar op de Schaffelaar geweest en toen naar Westerbork. Hij is daar April uitgekomen omdat zijn vrouw zogenaamd Arische is. Hij was vreeselijk verzwakt en heeft nu toestemming om een maand buiten te zijn. Hij is hier de eerste 10 dagen 10 pond aangekomen. Fijn hè? ‘k Ben zoo blij dat ik iets voor hun doen kan, het zijn edele luî.
Heintje is aan ’t bakken en dan hoop ik een pakje voor je klaar te maken, dus je zult dezen brief wel eerst ontvangen.
Nu beste Gart het allerbeste toegewenscht van Bertus, Willie, Heintje en Sane de Boer.
Een stevige handdruk van je
toegen. tante Jo.

Epiloog

In deze laatste brief is duidelijk dat Jules al weet dat zijn vrouw en zijn zoon opgepakt zijn door de Duitsers en niet meer in Nederland zijn. Pas na de oorlog wordt zijn grootste vrees bevestigd door de berichten van het Rode Kruis dat beiden zijn vermoord. Ella in Auschwitz en Alex in Sobibor.

Uit de brieven blijkt hoe veel ondergronds werk mevrouw van der Woerd heeft gedaan. En ook na de oorlog heeft zij zich nog ingezet voor de mensen die zij in de oorlog heeft geholpen. Voor de dochter van Deborah die als driejarig meisje ondergedoken kwam te zitten is zij nog jaren als een ware moeder opgetreden. Jules was na de oorlog voogd over dit meisje en heeft ook alles gedaan dat in zijn vermogen lag om haar zo goed mogelijk naar volwassenheid te begeleiden.

In het Liber Amicorum dat in 1980 ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van mijn vader is samengesteld, beschrijft Willy Looyen, de dochter van tante Jo, herinneringen aan “oom Gart”.

Mijnheer Kan – Gart – Jules
Elke naam heeft zijn eigen geschiedenis

Witte bladen – Zwarte bladen
Wie van ons is niet beladen,
met onbeschrijf’lijk veel gedachten.
Alle woorden moeten wachten.
De toevoer is gesloten,
de pen lijkt wel gebroken.
En toch moet op papier gesteld,
Een woord uit ’t hart, uit Barneveld.

Mijnheer Kan 1936
’t Begon puur zakelijk.
Mijnheer Kan uit de Lomanstraat in Amsterdam kwam naar Barneveld om lakdoek voor kettingkasten te verkopen. Hij was er achter gekomen, dat dat doek in behoorlijke hoeveelheden, geïmporteerd werd uit Amerika.
Dát wilde hij ook wel proberen!
Er werd echter in Barneveld niet veel hoop gegeven.
Wat men in New York kocht, was goed en ook betaalbaar.
De leverancier had veel ervaring en bediende de firma W. van der Woerd uitstekend
Meer was niet nodig.

Maar Jules Kan hield vol!
Schreef links en rechts en kreeg het zover, dat er een proefzending geleverd werd.

Door deze vele kontakten is er al een zekere band ontstaan, maar ’t was nog wel: Mijnheer Kan.

Totdat Gart op het toneel verscheen.

Gart: 12 augustus 1942. 12.30 uur De periode “Gart” was wel de kortste maar tevens de spannendste en de verdrietigste.
Zwarte bladen

En toch:
Met een beetje, een heel klein beetje hoop.
Met het schijnsel van de maan op je hoofdkussen, als een vertrouwde lichtkring in de donkere nacht.
Met de kleine vreugde van de late avondwandeling in het bos. Kijkend naar de sterren. Tante Jo met de pet van Bertus op.
Met het lakdoek(was het een proefzending?), dat als “tafelzeil” geruild werd voor boter en havermout.
Met de vaste klandizie van Sanne de Boer, als jouw ongediplomeerde privékapper.
Met de moed en de humor, die jou eigen zijn en die je nooit hebben verlaten.Met het Wilhelmus dat klonk, dwars door de verduisterde ramen heen, ergens in Zwartebroek: Koninginnedag 31 augustus 1942.

Jules,
’t Is 5 mei 1945 geweest.
Vele Koninginnedagen zijn voorbij gegaan, vele bladzijden zijn ongeslagen, niet alleen wit – niet alleen zwart.
En in die tijd is de vriendschap hechter geworden.
Banden zijn er geknoopt.
Jij was de eerste klant van “meisje” Koster in haar nieuwe bloemenzaak en je bracht dat eerste fijne bloemstukje naar tante Jo, die zeer ernstig ziek was.
Ook werden helaas banden losgemaakt.
Jules wij willen je danken voor alles wat je voor mijn moeder (tante Jo) en Marijke en ons betekend hebt en nu nog.

Dit is geschreven door Wil Looyen, de dochter van tante Jo in mei 1980.

Image

Tante Jo is overleden op 13 mei 1968.

Dat de Gemeente Barneveld zo veel jaar na het eind van de oorlog de verzetsmensen uit die tijd aan de vergetelheid ontrukt is een groot compliment waard.